Mediaplayer niet automatisch gestart? Klik dan op de radio en luister mee...

Na het verloren Ardennen-offensief trekken de Duitsers zich terug in het verlaten achterland. Tot ze in een gehucht terecht komen waar de bevolking niet is gevlucht, zoals Herman, de Duitse Nederlander van de keukenwagen had voorspeld. Daar treft men boeren die hun onderdak willen verlenen. Aanvankelijk wil Herman hen verder meenemen, maar uiteindelijk nemen ze afscheid en blijven Ben en zijn kameraad achter.

Maar, na een paar dagen, er gebeurde maar niks. Wij zaten te wachten tot dat dorp bezet zou worden door de Amerikanen, maar dat kwam niet he. Ik zeg tegen mijn kameraad weet je wat we doen, morgen gaan we op pad en we zien wel waar het schip strandt. Ik weet zeker dat er patrouilles op de weg zitten die ons gauw genoeg in de gaten hebben. Nou, dat moedertje gaf ons brood en eten dus wij op pad, maar we kwamen geen drie kilometer ver, of daar onmiddellijk stopte er een jeep en eh... die nam... die nam... die nam ons mee. Eigenlijk in hechtenis, want we stonden onder bewaking.

(Hier zit een onderbreking, waarschijnlijk wisselen van batterij of zo. Na enige opmerkingen vervolg. Opmerkingen weglaten, verder gaan met de tekst:)

Wij eh... gingen op pad, we werden gegrepen en we gingen naar de eerstvolgende garnizoen zullen we maar zeggen, en daar bleek eh... daar bleek niemand Engels te kunnen. Daar bleek hij kon eh... nee, daar bleek niemand Frans te kunnen en hij was sterk in Frans, maar het was de enige taal die hij kende. Dus daar konden ze niets mee beginnen, wij eh... werden in de jeep verder gebracht, naar een volgende garnizoensplaats. In die tijd hadden we moed verzameld en ik zeg tegen die soldaat, want het geweer was weg. Dus ze hadden toch wel enigszins gezien dat wij eh... niet veel kwaads van zin hadden. En toen vroeg ik om een sigaret en ik weet nog dat ik een Chiefieppe kreeg. Ik weet niet of je die kent van de oorlog, een van de zwaarste sigaretten in die tijd, en daar neem ik een trekje van jongen... ik dacht dat ik van mijn sokken ging want die... Verschrikkelijk. Goed, we komen bij die nieuwe garnizoen, weer een verhoor, nou ging het wel, want eh... dat eh, daar waren Canadezen en veel Canadezen zijn sterk in het Frans he. En nou ja, we kregen dan een eh, we kregen een verhoor, hij werd apart naar een kamertje gebracht, ik apart naar een kamertje gebracht en hij vroeg geloof ik mij wel drie keer hoe lang is je vader al lid van de NSB ? Iedere keer zo er tussendoor he. Dus ik vertelde hem het verhaal. En hij vertelde zijn verhaal, en hij hoefde er niet omheen te draaien, dus ze wisten dat dat wel betrouwbaar was he.


Vanaf die tijd zijn we dan opgenomen in een groep mensen die eigenlijk op weg... op de terugweg waren he. In Brussel overnacht, in een prachtig kasteel, maar veel honger geleden, een paar dagen. Eerst in Luxemburg, ja... eerst in Luxemburg. Allemaal onderzoeken, overal meteen verhoren, dat gebeurde overal waar we stopten. Eh... meteen ontluizen, he, want we zaten er natuurlijk d=er dik onder. Dat merkte ik vier... twee weken na Amersfoort, iedereen klaagde, ik denk verrek ik voel niks, ik ben toch wel blij dat ik er vrij van blijf, maar toen keek ik eens goed en toen zat ik zelf ook onder. Dat voel je dan niet meer he...

Eh, we kwamen in Brussel terecht, ja, en... en een prachtig kasteel, maar we verrekten van de honger. Toen zei er een, je kunt je melden als oorlogsvrijwilliger, ze hebben chauffeurs nodig. Want er staan hier duizenden wagens met allemaal biscuits, en al die soorten, om de eerste honger te ledigen van de Hollanders als ze door kunnen he, als dat zijn beslag krijgt. Dus ik naar zo=n vent toe en jawel hoor, stap maar in en rijden. Heb ik er erg in dat ik geen bril heb. Hij zegt nou eh... toen kwamen we in een Dodge, met dubbele debriatie, dubbele eh... dubbel klutsen noemen ze dat. Zo noemden ze dat toen he. Ik had nog nooit in een vrachtwagen gereden, ik had wel een rijbewijs voor een luxe wagentje... En kijk, hier zitten de versnellingen, ze staan op die knop. Maar ik kon het helemaal niet zien, maar goed ik denk, vooruit maar, ik waag die kans he. Dus we gaan rijden en dat gaat goed, maar ik kom tot de derde versnelling en de vierde weet ik niet te vinden. Ik blijf maar rijden, dan zien we wel. Op een gegeven moment zegt hij rechts af. Ik hoor dat te laat, dus ik rij een paar meter te ver, en we moesten rechts af en we moesten om een perkje heen. Maar ik kon die bocht niet meer krijgen, ik bleef voor het perkje staan. Ik reed er nog net niet in. Ja zei hij ik weet het ook niet of jij wel zo goed rijden kunt. Want hij zegt: je hebt de hele weg in de derde versnelling gereden en... eh... ik zal... eh ik zei maar niets over die bril he.

Hij zei we zullen het nog een keer proberen. Vooruit dan maar. Dus hij brengt zelf de auto weer op de weg, want het was nog een afrit ook, en ik denk, nou ja ik had die vierde versnelling gevonden wa, dus ik vond me een hele Piet. We rijden een hele tijd, op een gegeven moment zegt hij nou gaan we de eerste weg links. Nou ik had het goed gehoord, prima. We gaan de eerste weg links, blijkt het een dubbele verkeersweg te zijn, die ik nog nooit gezien had, want in die tijd kwam ik niet zo ver he. Je zat hier in de omgeving, Maas en Waal, de Betuwe. Ja zegt hij, nou heb ik het wel gezien, stap nou maar uit. Ik zal je een briefje geven voor de commandant, ga je daar maar melden. Maar dat heb ik maar niet gedaan. Ik ben in die kazerne blijven hangen, een beetje vegen zo, een beetje rommelen, tot... tot het Pasen werd, dus dat moet dan Pasen >45 zijn geweest. Toen konden die mensen die zich gemeld hadden en ze hadden familie of kennissen in Brabant of Limburg wonen, dan konden die met de Pasen naar huis. Een verlofpas krijgen. Werd nog nooit... was nog nooit iets getekend hoor, ik had nergens voor getekend want dat was dat deden, dat was allemaal, zo... ruwe bende, dat gebeurde gewoon niet he. Ik denk, ik probeer een pas te krijgen, de schoonouders van mijn broer, waar ik gewerkt had in Amsterdam, die eh... die woonden in Den Bosch. Ik denk ik probeer daar te komen en dan kom ik niet meer terug. Dan zien ze het wel.