![]() |
||||||
|
In 1222 schreef
Abt Cesarius van het klooster in Heisterbach een goederenregister
over van de abdij van Prüm dat stamde uit het jaar 893. |
![]() |
Tegenwoordig zouden we even een fotokopie maken, maar in die tijd moest dat met een ganzeveer overgeschreven worden.
Omdat Abt Cesarius bekend staat als een heel precieze man, twijfelen de historici eigenlijk niet aan de juistheid van het jaartal 893, hoewel het oorspronkelijke goederenregister niet bewaard gebleven is.
![]() |
Vamele
schijnt destijds een hof (curia) geweest te zijn, waar de abdij
van Prüm twee hoeven bezat. Hoe groot of hoe klein het was |
Voor Wamel noteerde men het volgende: In Wamel zijn twee hoeven, in Zandwijk twee, in "Rotheheym" twee. In Asperen een halve (?) hoeve. In Waddenoyen één hoeve. In "Huyue" hoeve(n). In "Wediche" hoeve(n). In Zennewijne hoeve(n).
Het is erg vreemd dat onder Wamel nog zeven andere plaatsen genoemd worden. Duidelijk herkenbaar zijn Waddenoyen, Zandwijk, Asperen en Zennewijne.
Minder makkelijk thuis te brengen zijn Wediche, Huyue en Rotheheym. Hiervan wordt wel verondersteld dat het Woudrichem, Hurwenen en Rossum zijn. In het jaar 1288 komt de naam Wamel voor. In 1026 wordt het dorp Wamelo genoemd. Honderd jaar later duikt ons dorp op onder de naam Wamele en in 1225 en 1238 schrijft men Wammele.
In de negende en tiende eeuw heeft Wamel zeer waarschijnlijk kunnen profiteren van het feit dat Tiel in die tijd een belangrijk handelscentrum was waar zelfs goederen uit Engeland werden verhandeld.
Toen Tiel in het jaar
1000 door de niets en niemand ontziende Noormannen geplunderd werd zal
ook Wamel wel "En passant" bezocht zijn. In een oorkonde gedateerd
1129-1134 is voor het eerst sprake van een Wamelse kerk. Godfried, proost
van Xanten, schenkt dan een talent namens de Wamelse kerk aan de aartsdiakonale
kerk van Xanten. Een zekere Segestappus is in 1247 als priester in Wamel
werkzaam. In 1226 wordt Wamel voor het eerst genoemd als zelfstandige
parochie met een eigen parochiekerk.