Geboren uit de rivier.

De meeste dorpen in het Land van Maas en Waal zijn geboren uit de rivieren Maas en Waal. Rivieren brengen altijd zand, kleideeltjes, en grind mee. Bij een overstroming wordt het water over een veel groter oppervlak verspreid en gaat daardoor langzamer stromen. De klei en het zand en grind zakken dan naar de bodem en worden naast de rivier afgezet.

 

 

  1. de rivier
  2. oeverwal
  3. de komgronden achter de oeverwallen
  4. een doorbraak (in onze streken ook wel laak genoemd)
  5. een kronkelwaard die ontstaat door aanslibbing in de binnenbocht
  6. een dode arm die verlandt
  7. lagen zand en grind
  8. zavelgronden
  9. klei

 

 

Zo ontstaan natuurlijke verhogingen die we stroomruggen of oeverwallen noemen. Die stroomruggen worden vaak weer weggespoeld omdat zulke rivieren regelmatig hun loop verleggen. Is op de ene plaats in de loop van honderden jaren een stuk "opgehoogd", dan zoekt de rivier bij extreem hoge waterstanden de laagste weg en verlegt zo regelmatig haar bedding.Op die hoge gedeelten vestigden zich de eerste bewoners. Dat moet al heel vroeg geweest zijn. Er zijn in de streek vele resten gevonden van Keltische en Romeinse bewoning. De stroomruggen bestonden uit vruchtbare gronden die niet vaak overstroomden. Wamel is ontstaan op een oeverwal van de rivier de Waal. Het valt te betwijfelen dat we dan aan de huidige Waal moeten denken, want die boog rond het begin van onze jaartelling nog voor Tiel af naar het noorden en volgde ongeveer een route waar nu de loop van de Beneden Linge ligt.